Inleiding op 1 Samuel

Inhoud van het bijbelboek 1 Samuel

De boeken 1 en 2 Samuel zijn genoemd naar een van de hoofdpersonen: de profeet Samuel, de laatste die als rechter leiding gaf aan Israël. Met hem eindigt de tijd van de rechters en begint die van de koningen. Beide boeken vormen (samen met de bijbelboeken 1 Koningen en 2 Koningen) een doorlopend verhaal. De Samuelboeken zijn mooi geschreven. Soms lijken ze bijna op moderne boeken: je leest over misdaad en straf, over haat en liefde, over trouw en ontrouw. Belevenissen van allerlei mensen worden verteld en naast elkaar gezet. Tussen de verhalen door vind je ook nog liederen en gebeden (lees maar eens 1 Samuel 2:1-10 en 2 Samuel 1:19-27).

Hoofdtema: een koning voor Israël 

Een belangrijk thema in de boeken is het koningschap met zijn voor- en nadelen. Het volk van Israël vraagt een koning, net als alle andere volken, en krijgt die ook. Samuel houdt het volk ook de nadelen van het koningschap voor. Hij wijst ze erop dat de militaire en bestuurlijke leiding nu wel in handen van een koning komt, maar dat God de 'echte' koning van zijn volk blijft. God bepaalt uiteindelijk wat er in de geschiedenis gebeurt.

Het koningschap van David en zijn familie krijgt ook een belangrijke plaats in dit boek. Er wordt gezegd dat de koningen van Israël altijd nakomelingen van David zullen zijn. Toch gaat het uiteindelijk mis met het koningshuis - daarover lees je in de boeken 1 en 2 Koningen. De belofte dat er altijd familie van David op de troon zal zitten wordt vanaf die tijd anders uitgelegd. Mensen hopen op een nieuwe koning voor Israël, een koning zoals David. In het Nieuwe Testament wordt Jezus door zijn volgelingen gezien als de nieuwe David. Lees maar eens wat de engel Gabriël tegen Maria zegt in het bijbelboek Lucas 1:26-33.

Indeling van 1 Samuel

Het verhaal dat in 1 Samuel begint, eindigt in 2 Samuel 1. Je kunt dat lange verhaal in drieën delen.

  1. Het eerste deel (1 Samuel 1-8) gaat vooral over Samuel. Samuels zonen blijken niet geschikt te zijn om hun vader op te volgen. Daarom vragen de Israëlieten om een echte koning.
  2. Het tweede deel (1 Samuel 9-16) vertelt hoe Saul door God als koning wordt aangewezen. Omdat hij ongehoorzaam is aan God, kan zijn familie het koningschap niet voortzetten.
  3. Het derde deel (1 Samuel 16 - 2 Samuel 1) beschrijft de ondergang van Saul en de opkomst van David als de toekomstige koning.

Ontstaan en schrijver

De boeken 1 en 2 Samuel staan niet op zichzelf. De verhalen uit Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri, Deuteronomium, Jozua, Rechters, Samuel en Koningen kun je samen als een lang verhaal over het volk van Israël lezen. Veel bijbelwetenschappers denken dat deze bijbelboeken niet in één keer door één persoon geschreven zijn, maar dat ze stapje voor stapje ontstaan zijn. Er zitten heel oude stukken in, maar ook veel minder oude. Het schrijven is volgens hen al begonnen in de tijd van de koningen van Israël en Juda (ongeveer 1000-586 v.Chr.) en werd afgesloten na de Babylonische ballingschap, in de tijd van de tweede tempel (na 515 v.Chr.). De namen van de schrijvers zijn niet bekend.