Inleiding op 1 Koningen

Inhoud

De bijbelboeken 1 en 2 Koningen vormen samen één lang verhaal. Ze zijn het vervolg op 1 en 2 Samuel en gaan over de vier eeuwen dat in Israël en Juda koningen regeerden (van de tiende tot de zesde eeuw v.Chr.). In 1 en 2 Koningen worden niet alleen feiten beschreven. Je wordt als lezer ook aan het denken gezet over je houding tegenover de God van Israël. De geschiedenis is vooral een les: als je niet trouw bent aan God en andere goden dient, dan zal je allerlei moeilijkheden overkomen. Maar oprechte spijt en inkeer zullen tot redding en geluk leiden.

Hoofdthema: de opkomst en ondergang van de konkrijken Israël en Juda

Met deze les in het achterhoofd wordt verteld over de ondergang van zowel het koninkrijk Israël (in 722 v.Chr.) als het koninkrijk Juda (in 586 v.Chr.). Je leest eerst hoe Davids rijk uiteenvalt na de regering van koning Salomo. Tot die tijd heette het rijk Israël. Vanaf 1 Koningen 12 lees je afwisselend over de twee nieuwe koninkrijken. Het ene heet Juda en het andere Israël. De verteller voegt vanaf dat hoofdstuk ook steeds duidelijker zijn commentaar op wat er gebeurt toe.

De koningen worden steeds op dezelfde manier beschreven. Je hoort wanneer ze koning worden, vanuit welke stad ze regeren, of ze goed of slecht zijn. Ook vind je er steeds iets over hun dood en hun opvolgers terug. In het boek Koningen staan boeiende verhalen, bijvoorbeeld over de profeten Elia (1 Koningen 17-19 en 2 Koningen 1-2) en Elisa (2 Koningen 2-8).

Indeling van 1 Koningen

Hoe zitten de boeken in elkaar? De eerste twee hoofdstukken van 1 Koningen horen eigenlijk nog bij 1 en 2 Samuel: je leest er over de laatste dagen van koning David. In het vervolg van 1 en 2 Koningen kun je drie delen onderscheiden.

  1. Het eerste deel (1 Koningen 3-11) beschrijft het koningschap van Salomo. Daarin lees je bijvoorbeeld over de wijsheid van Salomo en over de bouw van de tempel.
  2. Het tweede deel (1 Koningen 12 - 2 Koningen 17) gaat over de geschiedenis van Israël en Juda tot de verovering van Samaria (de hoofdstad van het koninkrijk Israël) door de Assyriërs.
  3. Het derde deel (2 Koningen 18-25) gaat over het koninkrijk Juda vanaf koning Hizkia tot de verovering van Jeruzalem (de hoofdstad van Juda) door de Babyloniërs. De verwoesting van de tempel in Jeruzalem en het wegvoeren van een groot deel van de Judese bevolking naar Babylonië zijn een dieptepunt in de geschiedenis van Israël.

Ontstaan en schrijver

De boeken 1 en 2 Koningen staan niet op zichzelf. De verhalen uit Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri, Deuteronomium, Jozua, Rechters, Samuel en Koningen vormen samen een lang verhaal over het volk van Israël. Veel bijbelwetenschappers denken dat deze bijbelboeken niet in één keer door één persoon geschreven zijn, maar dat ze stapje voor stapje zijn ontstaan. Er zitten heel oude stukken in, maar ook veel minder oude. Het schrijven is volgens hen al begonnen in de tijd van de koningen van Israël en Juda (ongeveer 1000-586 v.Chr.) en werd afgesloten na de Babylonische ballingschap, in de tijd van de tweede tempel (na 515 v.Chr.). De namen van de schrijvers zijn niet bekend.