Besnijdenis | Waarom worden Joodse jongens besneden?

Op de achtste dag na de geboorte worden Joodse jongetjes besneden. De besnijdenis bestaat uit het verwijderen van de voorhuid van de penis. De fysieke ingreep is naast hygiënische en culturele redenen vooral een teken om het eeuwige verbond tussen God en de Israëlieten tot uitdrukking te brengen.

De opdracht tot de besnijdenis vinden we terug bij het sluiten van het verbond tussen God en Abraham (Genesis 17:10-14). Vanaf dit moment moeten alle Joodse jongens worden besneden. Niet alleen de jongetjes trouwens, ook de slaven en vreemdelingen die worden opgenomen in Israël moeten besneden worden. Op de dag van de besnijdenis krijgen de jongetjes hun naam (Lukas 1:592:21). Ook Abram krijgt bij de sluiting van het verbond, na zijn besnijdenis een nieuwe naam: hij heet voortaan Abraham.

Besnijdenis van het hart

In de Tora wordt de opdracht voor de besnijdenis herhaald (Leviticus 12:3) en verdiept. In Deuteronomium 10:16 klinkt de oproep: ‘Besnijd daarom uw hart en wees niet halsstarrig.’ Volgens de Tora draait geloven om meer dan een uiterlijk teken, het geloof in God vraagt om een ingreep op hartsniveau en dat leidt vervolgens tot goede daden.  

Moheel

De besnijdenis wordt uitgevoerd door een moheel, dit is een vrome Jood die zich aan de geboden houdt en die speciaal is opgeleid in de desbetreffende wetten en de chirurgische technieken die nodig zijn voor de ingreep.

Achtste dag

Uit medisch onderzoek is gebleken is dat de achtste dag medisch gezien zeer gunstig is voor de besnijdenis. Precies op deze dag stopt een bloeding vele malen sneller dan op enig ander moment in het bestaan van een mens. Gebeurt dit op een later moment, bijvoorbeeld tijdens de volwassenheid dan is de ingreep niet zonder risico en er zal een periode van herstel nodig zijn.

Geen exclusief Joods gebruik

De besnijdenis is geen exclusief en specifiek Joods gebruik. Het kwam in de oudheid voor bij Egptenaren, Midianieten, Ammonieten, Edomieten, Moabieten, de Phoeniciërs en de Arabieren. Niet alleen Joodse kinderen, maar ook moslimjongens worden besneden. Het tijdstip waarop en de redenen waarom de besnijdenis is ingevoerd verschillen echter wel.

Nieuwe Testament

De volgelingen van Jezus komen voor de vraag te staan of de heidenen die tot geloof komen, net als de Joden ook besneden moeten worden. Er wordt in een belangrijke vergadering besloten dat dit niet hoeft (Handelingen 15).

In verschillende nieuwtestamentische brieven wordt de praktijk van de besnijdenis wel genoemd. Het geloof in God en de verbinding met Jezus is in de ogen van Paulus ook een ‘besnijdenis’ (Kolossenzen 2:11). Om het nieuwe leven met God binnen te stappen is voor de niet-Joden dan ook geen uiterlijke ingreep nodig, ook hier draait het uiteindelijk om een innerlijke verandering (Romeinen 2:28-29).