Inleiding op Jesaja

Inhoud en indeling van het bijbelboek Jesaja

Het bijbelboek Jesaja is genoemd naar de profeet Jesaja, de zoon van Amos, die in Jeruzalem leefde rond 750-700 voor Christus.

Het boek bestaat uit drie delen:

  1. Deel 1(Jesaja 1-39) - Jesaja roept mensen in Jeruzalem op om beter te leven
    In het eerste deel van Jesaja kom je terecht in de politiek van de tweede helft van de achtste eeuw voor Christus. De koninkrijken Juda en Israël worden bedreigd door Assyrië en willen samenwerking zoeken met Egypte en andere landen, om het gevaar van Assyrië te bestrijden. Belangrijke thema's in dit deel zijn: het koningshuis van David en de koningsstad Jeruzalem. Je hoort over allerlei dingen die fout gaan, in de tempel maar ook tussen mensen onderling. Een opvallend thema is de 'dag van de HEER': een dag waarop God niet alleen straft, maar ook redding zal brengen. Jesaja roept de mensen op om beter te gaan leven. Maar je komt in het boek ook hoopvolle voorspellingen van een betere tijd tegen. Sommige gaan over een nieuwe koning met de naam Immanuël, wat betekent: 'God met ons' (zie bijvboorbeeld Jesaja 7:14). In het Nieuwe testament herkenden de volgelingen van Jezus, hun meester in deze koning.
     
  2. Deel 2 (Jesaja 40-55) - Ballingschap en uitzicht op herstel
    In het tweede deel van dit boek gaat het over een tijd zonder hoop, waarschijnlijk de Babylonische ballingschap in de zesde eeuw voor Christus. Maar de profeet kondigt aan dat God het volk zal bevrijden. Hij zal koning Cyrus daarbij gebruiken (hoofdstuk 44:28-45:8). Cyrus was tussen 559-530 voor Christus koning van de Perzen. De profeet vergelijkt de terugkeer naar Palestina met de uittocht uit Egypte: voor de tweede keer gaat het volk een nieuwe toekomst tegemoet. In deel twee hoor je steeds weer dat de God van Israël heel anders is dan andere goden. Hij heeft de wereld geschapen en hij bepaalt hoe de geschiedenis eruitziet. Hij zal Israël in ere herstellen. Je komt hier ook de profetieën over de 'dienaar van de HEER' tegen (zie hoofdstuk 42:1-9; hoofdstuk 49:1-9; 50:4-9 en hoofdstuk 52:13-53:12). In het Nieuwe Testament worden deze teksten vaak aangehaald in verband met Jezus.
     
  3. Deel 3 (Jesaja 56-66) - De tijd na de ballingschap verloopt stroef
    Het derde deel van Jesaja gaat het over de tijd na de Babylonische ballingschap. De nieuwe grote toekomst voor het volk blijft uit en de teruggekeerde ballingen ondervinden allerlei moeilijkheden. De profeet zegt tegen het volk dat het zondige leven dat ze erop nahouden de oorzaak is. Ze moeten eerlijk en rechtvaardig zijn, de sabbat in ere houden, en de offers en gebeden opdragen. God zal echt waarmaken wat hij heeft beloofd (zie hoofdstuk 60-62).

Ontstaan en schrijver

Het is heel moeilijk te zeggen wanneer het boek Jesaja als geheel is geschreven. Er zijn uitleggers die zeggen dat het hele boek Jesaja afkomstig is van de profeet Jesaja die in de achtste eeuw voor Christus leefde. Maar anderen zeggen dat je alleen in het eerste deel (hoofdstuk 1-39) grote stukken van de profeet zelf tegenkomt. Andere profeten voelden zich zo verwant met de grote profeet Jesaja, dat ze gedeeltes aan het boek toevoegden. Dat gebeurde in die tijd wel vaker. Zo zouden de profetieën uit het tweede deel (hoofdstuk 40-55) afkomstig zijn van een profeet uit de tijd van de Babylonische ballingschap (586-539 v.Chr.). Hij wordt wel de tweede Jesaja genoemd. En het derde deel (hoofdstuk 56-66) zou na de Babylonische ballingschap aan het boek toegevoegd zijn, door de 'derde Jesaja'. Hoe het ook zij, Jesaja is een bijzonder boek waarin op vele manieren gesproken wordt over de verhouding van God met zijn volk en de goede toekomst die het volk tegemoet mag zien.