Inleiding op 2 Samuel

Inhoud van het bijbelboek 2 Samuel 

Het tweede boek Samuel sluit naadloos aan op het boek 1 Samuel. Samen met de eerste twee hoofdstukken van 1 Koningen, vormen deze boeken een doorlopend verhaal. De boeken 1 en 2 Samuel zijn genoemd naar een van de hoofdpersonen: de profeet Samuel, de laatste die als rechter leiding gaf aan Israël. Met hem eindigt de tijd van de rechters en begint die van de koningen. In de Samuelboeken staan belevenissen van allerlei mensen. Tussen de verhalen door vind je ook nog liederen en gebeden. Lees meer over het hoofdthema in de inleiding op 1 Samuel. Het koningschap van David en zijn familie krijgt ook een belangrijke plaats in dit boek. 

Indeling van 2 Samuel

2 Samuel 1 is de afsluiting van de verhalen in 1 Samuel. De tekst van 2 Samuel 2 tot en met 1 Koningen hoofdstuk 1 en 2 bestaat uit drie delen.

  1. Het eerste deel (2 Samuel 2-8) laat zien hoe David ervoor zorgt dat hij de touwtjes over Juda en Israël stevig in handen krijgt.
  2. In het tweede deel (2 Samuel 9-20, en ook 1 Koningen 1 en 2) zie je een heel andere kant van David. Hij pleegt overspel en moord en wordt daar ook flink voor gestraft.
  3. Het derde deel van dit boek (2 Samuel 21-24) vind je midden in het tweede gedeelte terug. Het is eigenlijk een verzameling van losse verhalen en gedichten. Het lied in 2 Samuel 22 is bijna gelijk aan Psalm 18.

Ontstaan en schrijver

De boeken 1 en 2 Samuel staan niet op zichzelf. De verhalen uit Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri, Deuteronomium, Jozua, Rechters, Samuel en Koningen kun je samen als een lang verhaal over het volk van Israël lezen. Veel bijbelwetenschappers denken dat deze bijbelboeken niet in één keer door één persoon geschreven zijn, maar dat ze stapje voor stapje ontstaan zijn. Er zitten heel oude stukken in, maar ook veel minder oude. Het schrijven is volgens hen al begonnen in de tijd van de koningen van Israël en Juda (ongeveer 1000-586 v.Chr.) en werd afgesloten na de Babylonische ballingschap, in de tijd van de tweede tempel (na 515 v.Chr.). De namen van de schrijvers zijn niet bekend.