sluiten

delen op

Jesaja 62 ©

Vreugde over Jeruzalem

621Omwille van Sion zal ik niet zwijgen, omwille van Jeruzalem ben ik niet stil, totdat het licht van haar gerechtigheid daagt en de fakkel van haar redding brandt. 262:2 Jes. 56:5Op. 2:173:12Alle volken zullen je gerechtigheid zien, alle koningen je majesteit. Men zal je noemen bij een nieuwe naam die de HEER zelf heeft bepaald. 3Je zult een schitterende kroon zijn in de hand van de HEER, een koninklijke tulband in de hand van je God. 4Men noemt je niet langer Verlatene en je land niet langer Troosteloos oord, maar je zult heten Mijn verlangen en je land Mijn bruid. Want de HEER verlangt naar jou en je land wordt ten huwelijk genomen. 562:5 Jes. 65:19Zoals een jongeman een meisje tot vrouw neemt, zo zullen jouw zonen jou ten huwelijk nemen, en zoals de bruidegom zich verheugt over zijn bruid, zo zal je God zich over jou verheugen. 662:6 Jes. 52:8Jeruzalem, ik heb wachters op je muren gezet die nooit zullen zwijgen, dag noch nacht. Jullie die een beroep doen op de HEER, gun jezelf geen rust 7en gun hem evenmin rust, totdat hij Jeruzalem weer heeft gegrondvest en haar roem op aarde heeft bevestigd. 862:8 Deut. 28:30-33De HEER heeft gezworen bij zijn rechterhand en bij zijn sterke arm: ‘Nooit meer geef ik jullie graan aan je vijanden te eten, nooit meer zullen vreemdelingen de wijn drinken waarvoor jullie je hebben afgemat. 9Zij die het graan oogsten, zullen er ook van eten en ze zullen de HEER erom prijzen; zij die de druiven plukken, zullen ervan drinken in de voorhoven van mijn heiligdom.’

1062:10 Jes. 49:22Ga door de poorten, ga erdoorheen, maak de weg vrij voor het volk. Ruim baan! Effen de weg en verwijder de stenen, steek het vaandel op voor de volken. 1162:11 Jes. 40:10Op. 22:12De HEER laat overal horen, tot aan de einden der aarde: ‘Verkondig aan vrouwe Sion: “Je redder komt! Zijn loon heeft hij bij zich, zijn beloning gaat voor hem uit.”’ 1262:12 Jes. 1:2662:4Dan noemt men hen ‘Het heilige volk’, ‘Volk dat door de HEER is vrijgekocht’, en jij zult ‘Geliefde’ heten, ‘Nooit verlaten stad’.