Inleiding op Numeri
Inhoud van het bijbelboek Numeri
Het woord 'numeri' is Latijn voor 'getallen'. De titel Numeri past goed bij het boek, want een van de thema's is het tellen en organiseren van de Israëlieten tijdens hun verblijf in de woestijn als ze op weg zijn naar het beloofde land. Joden noemen het boek 'Bemidbar'. In de Hebreeuwse tekst is dit woord in het eerste vers van het boek te vinden en het betekent 'in de woestijn'.
Indeling van het bijbelboek
Het boek Numeri kan opgedeeld worden in drie verschillende delen.
Deel 1
Het eerste deel (hoofdstuk 1:1-10:10) speelt zich af in de Sinaiwoestijn. Het gaat verder waar Exodus en Leviticus opgehouden zijn. Eerst hoor je hoe het volk geteld en in groepen ingedeeld wordt. Dan volgen wetten en regels waarmee het volk wordt voorbereid op de reis door de woestijn.
Deel 2
Het tweede deel (hoofdstuk 10:11-22:1) gaat over de moeilijke tocht door de Sinaiwoestijn naar Moab. Allerlei dingen uit het boek Exodus zie je hier terug: het volk is moedeloos, de mensen klagen en verzetten zich tegen Mozes. Ook in dit stuk vind je voorschriften en regels, voor onderweg en alvast voor in het beloofde land.
Deel 3
Het derde deel van Numeri (hoofdstuk 22:2-36:13) speelt zich af in de vlakte van Moab. Je hoort hoe Israël verder wordt voorbereid op de verovering van het beloofde land; Kanaän. Er is een nieuwe volkstelling en er wordt ook een opvolger van Mozes aangewezen. Ook hier zijn weer regels en voorschriften te vinden, dit keer voor offers en feesten.
Thema: heiligheid
Een belangrijk thema in het boek is heiligheid. Heel vaak wordt gezegd dat de heilige God bij zijn volk aanwezig is. Sommige stukken in het boek laten zien wat er gebeurt als je niet goed omgaat met Gods heiligheid, andere laten juist zien hoe het wel moet. Het gaat er in Numeri steeds om dat het volk op de juiste manier met de heilige God omgaat. Alleen dan kan God bij zijn volk wonen.
Veel mensen vinden Numeri een beetje saai, omdat er zoveel lange lijsten en verslagen in voorkomen. Maar er staan ook verhalen in. Een lang verhaal is bijvoorbeeld dat over de profeet Bileam met zijn pratende ezelin (hoofdstuk 22-24). Een heel bekend stukje uit Numeri vind je in hoofdstuk 6:24-26, de 'priesterzegen': 'Moge de HEER u zegenen en u beschermen, moge de HEER het licht van zijn gelaat over u doen schijnen en u genadig zijn, moge de HEER u zijn gelaat toewenden en u vrede geven.' Deze zegen wordt vandaag de dag in veel kerkdiensten gebruikt om de dienst af te sluiten.
Ontstaan en schrijver
De eerste vijf boeken van de Bijbel; Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium, worden in de Joodse traditie de Tora (de Wet) genoemd. Er is vaak gezegd dat Mozes deze boeken geschreven heeft. Daarom worden ze ook wel 'de vijf boeken van Mozes' genoemd. Maar veel bijbelwetenschappers zien deze boeken als het begin van een lang verhaal over het volk van Israël, dat doorloopt tot in het boek 2 Koningen. Zij denken dat die bijbelboeken niet in één keer door één persoon geschreven zijn, maar dat ze stapje voor stapje zijn ontstaan. Er zitten heel oude stukken in, maar ook veel minder oude. Het schrijven is volgens hen al begonnen in de tijd van de koningen van Israël en Juda (ongeveer 1000-586 v.Chr.) en werd afgesloten na de Babylonische ballingschap, in de tijd van de tweede tempel (na 515 v.Chr.).