Inleiding op Ester
Inhoud van het bijbelboek Ester
Het boek Ester is genoemd naar de hoofdpersoon van het verhaal, de Joodse vrouw Ester. In de Joodse traditie hoort het boek Ester bij de vijf Feestrollen (Megilot). Het verhaal vertelt hoe het Joodse poeriemfeest ontstaan is. Het woord 'poeriem' is afgeleid van het Hebreeuwse woord poer (lot). Dat woord komt in dit boek voor in hoofdstuk 3:7 en 9:24.
Hoofdthema: omkering
Het boek speelt zich af in Perzië (een rijk dat ongeveer in het gebied lag van het tegenwoordige Iran). Je hoort over de moeilijke positie van de Joden die buiten Judea wonen. Eerst dreigt het Joodse volk vernietigd te worden. Maar dan lukt het ze om zich van de onderdrukkers te bevrijden. Je ziet in het boek Ester allerlei omkeringen. Het volk dat eerst met de dood wordt bedreigd, wordt later overwinnaar. Haman, die eerst een hoge positie heeft en wil dat de Jood Mordechai voor hem buigt, moet later zelf buigen voor Mordechai. En hoewel Haman wil dat Mordechai ter dood gebracht zou worden, wordt hij uiteindelijk zelf gedood.
Bij het lezen van het boek zul je zien dat ook herhaling belangrijk is. Zo worden er steeds maaltijden gehouden. Let maar eens op wat daar allemaal gebeurt. Ook zie je dat er een aantal bevelschriften in voorkomt.
Indeling van Ester
- In het eerste deel van het boek (Hoofdstuk 1-2) horen we hoe Ester aan het Perzische hof terechtkomt. De koning kroont haar tot koningin.
- Het tweede deel (hoofdstuk 3-9) begint met de boosaardige plannen van Haman tegen Mordechai en de Joden. Dankzij het optreden van Ester en Mordechai gaan Hamans plannen niet door. De Joden kunnen afrekenen met hun tegenstanders. Dit deel eindigt met de voorschriften voor het poeriemfeest (hoofdstuk 9:20-32).
- In het derde deel (hoofdstuk 10) lees je dat de koning Mordechai eert en zich inzet voor het geluk van het Joodse volk.
Ontstaan en schrijver
Het is heel moeilijk om te bepalen wanneer en door wie het boek Ester geschreven is. Waarschijnlijk is het gemaakt in een tijd waarin vervolging van de Joden plaatsvond, door iemand die niet in Judea woonde. Het verhaal zelf speelt zich af aan het Perzische hof in de vierde of vijfde eeuw voor Christus. Omdat er in de geschiedenis van die tijd in Perzië eigenlijk geen vervolgingen van Joden bekend zijn, zeggen veel mensen dat het verhaal opgeschreven is in de Griekse tijd, in de derde eeuw voor Christus.