Wat gebeurt er na de dood? - Leven na de dood
Mensen van alle tijden en culturen hebben zich afgevraagd wat er gebeurt na de dood. Is het dan definitief afgelopen? Ga je naar een andere plek? Niemand kent het precieze antwoord, maar we kunnen wel kijken naar wat de Bijbel erover zegt. De Bijbel spreekt namelijk over een leven na de dood.
De dood in het Oude Testament
Verschillende teksten in het Oude Testament spreken over het dodenrijk (Hebreeuws: 'sheol'). Het wordt omschreven als een duister onderaards oord en is de plek waar alle doden heengaan. Er is daar geen besef (bewustzijn) en geen relatie met God (Psalm 6:6, Prediker 9: 5,6,10). Ook een tekst als Job 14:1-12 zegt dat het leven van de mens op een gegeven moment ophoudt te bestaan, en dat hij niet meer wakker zal worden.
Er zijn ook andere visies te ontdekken. Zo zijn er profeten die spreken over een opstanding van de doden op de oordeelsdag. (Daniël 12:2 en Jesaja 26:19).
Het Jodendom, dat zich baseert op de Tenach (het Oude Testament), gelooft over het algemeen dat God de bron is van het leven en dat na de dood de levensadem (geest of ziel) tot de bron terugkeert. Ook de schrijver van Prediker komt tot deze conclusie (Prediker 12:7).
Geest ('ruach') en ziel ('nefesh', zie Genesis 2:7) zijn eigenlijk hetzelfde. Ook al keert de geest tot God terug, is de 'bewuste persoon' er niet meer. Die komt weer tot leven bij de opstanding van de doden.
De dood in het Nieuwe Testament
Het dodenrijk komt ook terug in het Nieuwe Testament, in de gelijkenis van de rijke man en Lazarus (Lucas 16). De mens leeft voort in het dodenrijk dat bestaat uit twee delen: een plek van pijniging en een plek van vertroosting. Het leven op aarde is bepalend voor de eindbestemming. De situatie na de dood is onomkeerbaar, alleen tijdens het leven kun je nog tot inkeer komen.
Paulus, ook wel de apostel van de genade genoemd, geeft in zijn brieven een ander beeld. Niet de ethische keuzes die we in ons leven maken, bepalen waar we terecht komen. Want hoe we ook ons best doen, uiteindelijk schieten we allemaal tekort. Daarom hebben we genade nodig. Door de dood en opstanding van Jezus ontvangen wij het eeuwige leven: gratis en voor niets. (1 Korintiërs 15:1-4, 12-22).
Paulus verlangde naar het moment dat hij bij God zou zijn. Hij spreekt daarover in 2 Korintiërs 5:8 en in Filippenzen 1:23-24. Net zoals Jezus tegen de moordenaar aan het kruis zegt: 'vandaag nog zul jij bij mij in de hemel zijn' (Lucas 23:43), betekent sterven voor Paulus 'met Christus zijn'.
Onze eindbestemming
Het leven met Christus, dat gelijk op de dood volgt, noemt Paulus thuiskomen bij de Heer. Hoewel dit een mooi vooruitzicht is, is het niet onze eindbestemming. Aan het einde van de tijd, zullen de doden (lichamen) opstaan en breekt er een volkomen nieuwe situatie aan. De Bijbel spreekt in dit verband over een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. (Openbaring 21:1-4).
Verderlezen in de Bijbel? Lees ook: Romeinen 5:12, 15-18.