101‘Waarachtig, ik verzeker u: wie de schaapskooi niet binnengaat door de deur maar ergens anders naar binnen klimt, is een dief of een rover.210:2 Hebr. 13:20Wie door de deur naar binnen gaat, is de herder van de schapen.310:3 Joh. 10:27Voor hem doet de bewaker open. De schapen luisteren naar zijn stem, hij roept zijn eigen schapen bij hun naam en leidt ze naar buiten.4Wanneer hij al zijn schapen naar buiten gebracht heeft, loopt hij voor ze uit en de schapen volgen hem omdat ze zijn stem kennen.5Iemand anders volgen ze niet, ze lopen juist van hem weg omdat ze de stem van een vreemde niet kennen.’610:6 Joh. 16:25Jezus vertelde hun deze gelijkenis, maar ze begrepen niet wat hij bedoelde.
7Hij ging verder: ‘Waarachtig, ik verzeker u: ik ben de deur voor de schapen.8Wie vóór mij kwamen waren allemaal dieven en rovers, maar de schapen hebben niet naar hen geluisterd.910:9 Joh. 14:6Ik ben de deur: wanneer iemand door mij binnenkomt zal hij gered worden; hij zal in en uit lopen, en hij zal weidegrond vinden.10Een dief komt alleen om te roven, te slachten en te vernietigen, maar ik ben gekomen om hun het leven te geven in al zijn volheid.
1110:11 Ps. 23:1Jes. 40:11Ezech. 34:11-15,23Mat. 18:12-14Ik ben de goede herder. Een goede herder geeft zijn leven voor de schapen.12Een huurling, iemand die geen herder is, en die niet de eigenaar van de schapen is, laat de schapen in de steek en slaat op de vlucht zodra hij een wolf ziet aankomen. De wolf valt de kudde aan en jaagt de schapen uiteen;13de man is een huurling en de schapen kunnen hem niets schelen.1410:14 Joh. 10:27Ik ben de goede herder. Ik ken mijn schapen en mijn schapen kennen mij,1510:15 Mat. 11:27Luc. 10:22Joh. 1:18zoals de Vader mij kent en ik de Vader ken. Ik geef mijn leven voor de schapen.16Maar ik heb ook nog andere schapen, die niet uit deze schaapskooi komen. Ook die moet ik hoeden, ook zij zullen naar mijn stem luisteren: dan zal er één kudde zijn, met één herder.1710:17 Joh. 3:355:2015:917:23De Vader heeft mij lief omdat ik mijn leven geef, om het ook weer terug te nemen.1810:18 Joh. 14:31Niemand neemt mijn leven, ik geef het zelf. Ik ben vrij om het te geven en om het weer terug te nemen – dat is de opdracht die ik van mijn Vader heb gekregen.’
1910:19 Joh. 7:439:16Opnieuw ontstond er verdeeldheid onder de Joden om wat hij zei.2010:20 Joh. 7:208:48,52Veel mensen zeiden: ‘Hij is bezeten, hij is gek. Waarom luisteren jullie nog naar hem?’2110:21 Joh. 3:29:30-33Maar anderen zeiden: ‘Dit zijn niet de woorden van iemand die bezeten is, en een demon kan de ogen van blinden niet openen.’
22In Jeruzalem werd het feest van de Tempelwijding gevierd; het was winter.23Jezus liep in de tempel, in de zuilengang van Salomo.2410:24 Marc. 14:61Daar kwamen de Joden om hem heen staan, en ze vroegen hem: ‘Hoe lang houdt u ons nog in het onzekere? Als u de messias bent, zeg het ons dan ronduit.’2510:25 Joh. 5:3610:37-38Jezus antwoordde: ‘Dat heb ik u al gezegd, maar u gelooft het niet. Wat ik namens mijn Vader doe getuigt over mij,2610:26-27 Joh. 10:3-4,14maar u wilt me niet geloven, omdat u niet bij mijn schapen hoort.27Mijn schapen luisteren naar mijn stem, ik ken ze en zij volgen mij.2810:28 Joh. 3:166:3917:1218:9Ik geef ze eeuwig leven: ze zullen nooit verloren gaan en niemand zal ze uit mijn hand roven.2910:29 Joh. 17:24Wat mijn Vader mij gegeven heeft gaat alles te boven, (10:29) Wat mijn Vader mij gegeven heeft gaat alles te boven – Andere handschriften lezen: ‘De Vader die [ze] mij gegeven heeft, is groter dan allen’. niemand kan het uit de hand van mijn Vader roven,3010:30 Joh. 10:3817:21en de Vader en ik zijn één.’
3110:31 Joh. 8:59Toen de Joden weer stenen opraapten omdat ze hem wilden stenigen,32zei Jezus: ‘Ik heb door de Vader veel goeds voor u gedaan; waarom wilt u me stenigen?’3310:33 Lev. 24:16Marc. 14:64Joh. 5:1819:7‘Voor een goede daad zullen we u niet stenigen,’ antwoordden ze, ‘maar wel voor godslastering: u bent een mens, maar u beweert dat u God bent!’3410:34 Ps. 82:6Jezus zei: ‘Staat er in uw wet niet geschreven: “Ik heb gezegd: ‘U bent goden’”?35De Schrift blijft altijd van kracht; als mensen tot wie God spreekt goden genoemd worden,36hoe kunt u mij, door de Vader geheiligd en naar de wereld gezonden, dan beschuldigen van godslastering wanneer ik zeg dat ik Gods Zoon ben?3710:37-38 Joh. 10:2510:37 Joh. 5:36Als wat ik doe niet van mijn Vader komt, geloof me dan niet,3810:38 Joh. 14:1117:21maar als dat wel het geval is en u gelooft me toch niet, geloof dan tenminste wat ik doe. Dan zult u begrijpen dat de Vader in mij is en dat ik in de Vader ben.’3910:39 Joh. 8:59En weer wilden ze hem grijpen, maar hij ontsnapte.
4010:40 Joh. 1:28Hij ging terug naar de overkant van de Jordaan, naar de plaats waar Johannes eerder gedoopt had. Daar bleef hij.41Veel mensen kwamen naar hem toe; ze zeiden: ‘Johannes heeft weliswaar geen wonderteken gedaan, maar alles wat hij over deze man gezegd heeft is waar.’4210:42 Joh. 8:30En velen kwamen daar tot geloof in hem.