De tweede brief van Petrus
Inhoud van de tweede brief van Petrus
Eigenlijk is het bijbelboek 2 Petrus niet echt een brief te noemen. Er staat wel een groet aan het begin, maar wie er precies gegroet worden, is onduidelijk. En aan het eind vind je geen afscheidsgroet. Het boek is meer een 'testament': de schrijver zegt dat hij binnenkort dood zal gaan. Hij geeft aan wat er in de toekomst zal gebeuren en roept de lezer op om goed te leven. In hoofdstuk 1:14 zegt de schrijver: 'Ik weet dat mijn tent binnenkort zal worden afgebroken'; in hoofdstuk 1:15 heeft hij het over zijn 'heengaan'. Met andere woorden: hij zal over niet al te lange tijd sterven.
In hoofdstuk 3 heeft hij het over de toekomst, namelijk over de dag van de Heer die gaat komen. De lezers moeten niet twijfelen. Jezus zal zeker terugkomen, op een onverwacht ogenblik. God is niet traag, wij mensen zijn ongeduldig (zie hoofdstuk 3:8-9). Maar iedereen moet wel goed voorbereid blijven.
Ook het 'goede leven' komt in dit testament aan bod. Er wordt in hoofdstuk 1 en 2 flink gewaarschuwd tegen de verkeerde leer. Je moet vasthouden aan het geloof en aan de roeping die je als christen van God hebt gehad. Bij het lezen van dit boek is het goed om te weten dat er in hoofdstuk 2 veel zinnen te vinden zijn die oorspronkelijk uit de brief van Judas komen.
Ontstaan
Sommige bijbelwetenschappers denken dat de brief rond het jaar 60 is geschreven door Petrus. Anderen gaan ervan uit dat Petrus de brief niet zelf geschreven kan hebben. Zij denken dat het boek in de eerste helft van de tweede eeuw is ontstaan.
Schrijver
Schrijver van deze brief is de apostel Petrus of iemand die de brief op zijn naam geschreven heeft; niet om de lezers te misleiden, maar als aanmoediging om de brief extra serieus te nemen.