De tweede brief aan Timoteüs
Inhoud van het bijbelboek 2 Timoteüs
De eerste en tweede brief aan Timoteüs en de brief aan Titus horen een beetje bij elkaar. In alledrie de brieven hoor je hoe christenen binnen de gemeente met elkaar om moeten gaan. 2 Timoteüs is een soort testament. Paulus zit gevangen in Rome (zie hoofdstuk 1:8-17) en verwacht dat hij ter dood gebracht zal worden (zie bijvoorbeeld hoofdstuk 4:6-8 en hoofdstuk 4:18). Met deze brief wil hij voor zijn dood nog één keer een paar dingen uitleggen.
Indeling van 2 Timoteüs
- In de brief wordt Timoteüs persoonlijk aangesproken: hij moet trouw blijven aan wat hem door Paulus is geleerd. Hij moet zich niet laten verleiden mee te gaan met een andere, verkeerde leer. Net als bij 1 Timoteüs kun je ervan uitgaan dat de brief niet alleen voor Timoteüs bedoeld is, maar ook voor andere lezers.
- In de hoofdstukken 2 en 3 gaat het over mensen die Timoteüs weg willen halen bij de waarheid. Het gaat daarbij over de 'laatste dagen', de tijd vlak voor de terugkomst van Jezus op aarde. Dat zal een moeilijke tijd worden, mensen zullen hun best moeten doen om het geloof vast te houden.
- Vanaf hoofdstuk 3:10 wordt Timoteüs nogmaals opgeroepen om vast te houden aan wat hem is geleerd.
- Anders dan andere medewerkers van Paulus (zie hoofdstuk 4:9-18) is Timoteüs hem, ondanks alle moeilijkheden, trouw gebleven. De brief eindigt met de vraag of Timoteüs snel naar Paulus toe kan komen.
Ontstaan
Volgens sommigen zijn 1 en 2 Timoteüs en Titus door de apostel Paulus zelf geschreven aan het einde van zijn leven. Dat zou dan zo rond het jaar 60 zijn. Anderen zeggen dat de manier van schrijven en de inhoud zo afwijken van andere Paulusbrieven dat ze niet van Paulus zelf kunnen zijn. Zij gaan ervan uit dat de brieven later geschreven zijn, aan het eind van de eerste of het begin van de tweede eeuw.
Schrijver
Schrijver van deze brief is de apostel Paulus, of iemand die de brief op naam van Paulus heeft gezet (bijvoorbeeld een leerling van Paulus). Dit gebeurde in die tijd wel vaker en was niet bedoeld als bedrog, maar als aanmoediging voor de lezers om de brief serieus te nemen.