De eerste brief van Petrus
Inhoud van de eerste brief van Petrus
Deze brief is geschreven voor de christelijke gemeenten in Pontus, Galatië, Kappadocië, Asia en Bitynië. Dat zijn allemaal gebieden in Klein-Azië, tegenwoordig West-Turkije. Het gaat om gemeenten die bestonden uit christenen die vroeger niet gelovig waren.
Hoofdthema: volhouden
Het belangrijkste thema van de brief is: volhouden als het tegenzit. De eerste christenen hadden het niet gemakkelijk. Op veel plaatsen in het Romeinse Rijk werden ze vervolgd vanwege hun geloof. Soms gebeurde dat door de overheid. Van verschillende Romeinse keizers is bekend dat ze christenen vervolgden. Maar vaak waren het ook heidense medeburgers die geen begrip hadden voor de nieuwe levensstijl van de christenen. De christenen werden dan uitgestoten uit hun oude sociale kring. Deze brief is een bemoeding: houd vol, ondanks het lijden. Want zo krijg je deel aan het lijden van Jezus Christus. Uiteindelijk zul je dan het eeuwige leven ontvangen.
Indeling van 1 Petrus
- De brief begint met een lofprijzing. Daarna volgt een oproep om te leven volgens Gods wil. Dat hoort bij het 'nieuwe leven' dat je hebt gekregen door je geloof.
- Vanaf hoofdstuk 2:11 geeft de schrijver een aantal praktische regels: hoe je je tegenover de overheid moet gedragen, hoe slaven en meesters met elkaar om moeten gaan en hoe getrouwde mensen moeten samenleven.
- Hierna komt de schrijver bij zijn hoofdthema, de oproep aan de gelovigen om vol te houden (hoofdstuk 3:13-4:19).
- Na een aantal laatste aanwijzingen wordt de brief afgesloten met een groet en een zegenwens.
Ontstaan
Sommige bijbelwetenschappers zeggen dat de brief door Petrus zelf is geschreven, rond het jaar 60. Anderen zeggen dat dat niet kan: de inhoud wijst erop dat de brief aan het eind van de eerste eeuw is gemaakt. Waar de brief verstuurd is, is niet helemaal duidelijk. In hoofdstuk 5:13 wordt Babylon genoemd, maar dat is waarschijnlijk een symbolische naam. Misschien duidt de naam op Rome.
Schrijver
In de brief staat dat hij geschreven is door 'Petrus, apostel van Jezus Christus'. Sommige uitleggers zeggen dat de brief inderdaad door Petrus geschreven is. Anderen zeggen op grond van het taalgebruik en de inhoud dat het waarschijnlijker is dat iemand anders de brief geschreven heeft. Deze schrijver heeft de naam van Petrus erboven gezet, niet om te misleiden, maar om te zorgen dat de lezers zijn brief serieus nemen. Dat gebeurde in die tijd wel vaker.