De brief aan de Romeinen

Inhoud van het bijbelboek Romeinen 

De apostel(leerling van Jezus) Paulus heeft besloten naar Spanje te gaan om daar het evangelie, het goede nieuws over Jezus, te verkondigen. Onderweg wil hij een bezoek brengen aan de christelijke gemeente in Rome. Dat kondigt hij aan in zijn brief aan de Romeinen. Maar er is meer aan de hand. Paulus heeft gehoord dat er in de gemeente van Rome problemen zijn tussen Joodse christenen en christenen die vroeger heiden waren. In de Romeinenbrief gaat hij uitgebreid op de verhouding tussen het jodendom en het geloof in Jezus Christus in.

De discussie

Het is geen gemakkelijke brief geworden. Je komt veel lange en ingewikkelde zinnen tegen. Ook gebruikt Paulus allerlei theologische termen. Maar het is wel een heel interessante brief. Waarover discussieerden de Joden en niet-Joden in de gemeente eigenlijk? De Joodse christenen hielden zich aan de Joodse wetten. Zij gingen ervan uit dat dat nodig was om het eeuwige leven bij God te krijgen. De wetten waar ze zich aan hielden, kun je vinden in de eerste vijf boeken van het Oude Testament.

Indeling van Romeinen

  • In hoofdstuk 1-3 legt Paulus uit dat alle mensen tegen God zondigen, of ze zich nu aan de Joodse wet proberen te houden of niet. Niemand is écht rechtvaardig. Je kunt nooit eeuwig leven 'verdienen' met de dingen die je doet. Belangrijk is dat je geloof hebt. Voor God is degene die gelooft rechtvaardig, ook al is hij of zij dat niet uit zichzelf. In hoofdstuk 4 gebruikt Paulus Abraham als voorbeeld om dat uit te leggen.
  • In hoofdstuk 5-8 werkt hij het thema verder uit. Geloof in Christus geeft eeuwig leven. Dat wil niet zeggen dat het niets uitmaakt wat je doet en laat: wie gelooft leidt namelijk een 'nieuw leven', een leven waarin rechtvaardigheid centraal staat. En dan komt de Joodse wet weer om de hoek kijken, want daaruit kun je leren wat rechtvaardigheid is.
  • In hoofdstuk 9-11 schrijft Paulus over de verhouding tussen de christenen van Joodse en niet-Joodse afkomst. In dit gedeelte worden de niet-Joden aangesproken. Zij moeten beseffen dat het christelijk geloof uit het jodendom is voortgekomen. Daarom mogen ze zich absoluut niet beter voelen dan de christenen van Joodse afkomst.
  • De laatste hoofdstukken, hoofdstuk 12-15, zijn praktischer dan de eerste: hoe moet je je als christenen tegenover elkaar opstellen? Wat moet je houding ten opzichte van de regering zijn, als je eigenlijk God als je hoogste leider ziet? Hoe moet je als Joden en niet-Joden met elkaar omgaan? Paulus eindigt zijn brief met groeten aan een lange lijst personen.

Ontstaan

De brief aan de Romeinen is waarschijnlijk omstreeks het jaar 56 na Christus in de Griekse stad Korinte geschreven.

Schrijver

Schrijver van deze brief is de apostel Paulus.