De brief aan de Kolossenzen

Inhoud van de brief aan de Kolossenzen

De brief aan de Kolossenzen is geschreven aan de christelijke gemeente in Kolosse, een stad in het westen van Klein-Azië, het tegenwoordige West-Turkije. In de brief worden de lezers geprezen vanwege hun vaste geloof. Toch is de schrijver bang dat de gemeente in de ban van een andere, verkeerde leer komt. Daarom roept hij de lezers op zich niet te laten misleiden.

Een belangrijke boodschap is daarbij dat Gods genade alles te boven gaat, en dat mensen die genade via Jezus Christus hebben gekregen. In Kolossenzen is er veel aandacht voor het hier en nu. In hoofdstuk 2 lees je bijvoorbeeld dat wie gelooft, samen met Christus is opgestaan in een nieuw leven. Dan gaat het dus niet om een leven na de dood, maar om het leven nu.In dit boek is er aandacht voor de kosmos (de aarde en het heelal). Dat is voor ons misschien lastiger te volgen, dan voor de mensen van die tijd, omdat wij nu vaak heel andere ideeën hebben over de aarde en het heelal dan de mensen toen. De schrijver begint met de uitspraak dat de kerk het lichaam van Christus is. Daarmee bedoelt hij dat de kerk niet zomaar een club is. De kerk is een groep mensen die bij Jezus Christus wil horen, en ook zo wil leven als God het bedoeld heeft. En de schrijver gaat verder: eigenlijk is alles, de hele kosmos, deel van het lichaam van Christus. Jezus Christus heeft de machten en krachten in het heelal overwonnen. Hij is heer over alles. Kijk maar eens naar het kleine, maar best pittige gedicht dat je vindt in hoofdstuk 1:15-20.

Indeling van Kolossenzen

Je kunt de brief zo samenvatten:

  • In hoofdstuk 1 en 2 staat uitleg over de kerk en de plaats van Christus in de kosmos. Ook vind je er scherpe woorden tegen de verkeerde leer die de gemeenteleden bedreigde. Volgens die leer moest je niet alleen God vereren, maar ook engelen en demonen. Bovendien zou je je aan allerlei voedselwetten moeten houden. De schrijver zegt: nee, het gaat om Christus. Die is heer over alles wat bestaat.
  • Vanaf hoofdstuk 3:5 volgt een praktisch stuk waarin wordt uitgelegd wat het betekent om met Christus te leven. Allerlei groepen mensen (mannen, vrouwen, kinderen, slaven, heren) krijgen aanwijzingen hoe zij zich moeten gedragen. De brief eindigt met een lijst met groeten.

Ontstaan

Bij het bespreken van het ontstaan van de brief aan de Kolossenzen is het belangrijk om te letten op de overeenkomsten en de verschillen met die aan de Efeziërs. Over het verband tussen de brieven bestaan twee theorieën. De eerste is dat Paulus ze allebei zelf geschreven heeft, toen hij gevangen zat. Hij zou dan van één inhoud twee verschillende brieven gemaakt hebben. Sommigen denken daarbij aan zijn tijd in de gevangenis in Efeze, rond het jaar 53 of 54. Anderen aan zijn gevangenschap in Rome enkele jaren later. De tweede theorie is dat de brieven niet door Paulus zelf geschreven zijn. De brief aan de Kolossenzen zou dan rond het jaar 80 gemaakt zijn.

Schrijver

De apostel Paulus, of iemand die de brief op naam van Paulus heeft gezet (bijvoorbeeld een van zijn leerlingen).