Wordt een mens slecht geboren?

Mensen verwonderen zich elke keer weer over zo’n baby die ligt te slapen in de wieg. Dat nieuwe leven liggend op de arm van een trotse papa of mama is een wonder. Een baby is het resultaat van de liefde tussen twee mensen. En die liefde, die heeft alles te maken met God. Het mysterie van het nieuwe leven vindt zijn oorsprong in de scheppende kracht van een goede God.  Alle kinderen zijn daarom Gods kinderen. En dat kleine mensje in de wieg is volgens de Bijbel een beeld van God (Genesis 1:26). 

Erfzonde
Elk mens weerspiegelt iets van zijn hemelse maker. Tot zover het goede nieuws, want helaas er is ook slecht nieuws. Onze wereld is namelijk niet alleen mooi. Sinds de dagen van Adam en Eva heeft het kwaad impact op elk kind dat zijn entree in deze wereld maakt. Elk nieuw mens ondervindt de gevolgen van de zondeval (Genesis 3). Het klinkt misschien vergezocht als je naar een baby in de wieg staart, maar we geven onze tekortkomingen aan elkaar door. Je erft het als het ware van je ouders (Psalm 51:7, Exodus 20:5). Sommige mensen noemen deze invloed daarom ‘erfzonde’.

De lege snoeppot
Natuurlijk, baby’s zondigen niet actief, ze weten nog niet eens wat goed en kwaad is. Maar het raakt ons vroeg of laat allemaal. Iedereen zal op een dag helaas iets uithalen wat verder gaat dan kattenkwaad (Prediker 7:20). In zekere zin zit het dus in ons gebakken. Gelukkig zijn mensen wezens die liefdevol en behulpzaam met elkaar om kunnen gaan. Maar er zit ook iets egoïstisch in ons. En dat komt er al vroeg uit. Ouders weten dit maar al te goed. De snoepjespot is leeg, maar niemand van de kinderen heeft er iets uitgehaald. Rara, hoe kan dat? 

Goed en kwaad
Gelovigen hebben met het begrip erfzonde geprobeerd woorden te geven aan de werkelijkheid van goed en kwaad. Dus ja, de mens is bijzonder, bijna goddelijk zelfs (Psalm 8). Toch zijn we ook geboren met een soort van virus in ons systeem. Het is niet leuk om te zeggen, maar er zitten in ons allerlei neigingen die kunnen uitgroeien tot kwade daden. We kunnen daarom beter eerlijk zijn over onze eigen zwakke plekken, dit maakt ons een stuk milder naar onszelf en anderen.