Vergeving vragen, zo doe je dat
Je hebt iets stoms gedaan en daardoor is je vriend, collega of familielid gekwetst of boos. Jullie relatie is verstoord en dat vind je jammer. Je wilt je fout graag repareren, en vergeving vragen is de eerste stap. Hoe doe je dat? In dit artikel vier zinnen die je op je eigen manier kunt gebruiken.
Vergeving geven
In de Bijbel is vergeving een belangrijk thema. In Matteüs 18 vers 2 zegt Jezus dat je anderen zeven keer zeventig keer moet vergeven. Praktisch altijd dus. In Lucas 17 vers 4 noemt hij ook een reden. ‘Als ze zeggen: ‘ik heb spijt’, dan moet je hen vergeven.’
In de oudere teksten van de Bijbel laat God zelf zijn boosheid pas los als mensen spijt betuigen. Denk bijvoorbeeld aan het verhaal van Jona. Toen deze profeet naar de stad Nineve ging om mensen te waarschuwen dat God boos was, stopte de bevolking met het slechte gedrag en trokken ze sombere kleding aan om te laten zien dat ze spijt hadden. God was van plan de stad te verwoesten maar deed dat toch niet.
‘Het spijt me’
Spijt betuigen is dus de eerste stap. Dat kan alleen als je vindt dat je iets verkeerd hebt gedaan. Soms zit je ego in de weg. Je denkt: ‘hij heeft het zelf uitgelokt’, of ‘hij heeft mij ook pijn gedaan’. Maar jij bent niet verantwoordelijk voor de fouten van de ander. Je bent alleen verantwoordelijk voor je eigen gedrag. Kom je fout onder ogen. Maak hem niet kleiner, laat smoesjes los en praat het niet goed. Geef voluit toe: dit was slecht.
'Het deed jou pijn'
Als dat slechte wat je deed alleen jouzelf raakte, zou je dit gesprek niet hebben. De ander heeft last gehad van jouw gedrag. De ander heeft misschien wel pijn. Vraag naar dat gevoel. Wat deed mijn actie met jou? Wat is er eerder in onze relatie gebeurd waardoor het je zo kwetste? Erken de pijn van de ander en laat merken dat je het gevoel begrijpt. Zeg: 'Je hebt het recht om boos te zijn.'
‘Ik zal het niet meer doen’
Laat ook zien dat je bereid bent om je gedrag te veranderen, zodat je die ander niet weer pijn doet in de toekomst. Dit kun je in woorden zeggen, maar het wordt nog duidelijker als je iets doet.
Ben je voor de zoveelste keer iemands verjaardag vergeten? Doe een week lang elke dag iets wat juist heel attent is. Heb je achter iemands rug over de ander gepraat? Vertel de mensen aan wie je de roddels vertelde wat je zo waardeert aan de persoon aan wie je vergeving vraagt. Heb je gelogen? Biecht uit jezelf andere leugens op die je eerder hebt verteld. Ben je vreemd gegaan? Laat zien welke stappen je hebt gezet om dit in de toekomst te voorkomen. Je kunt vergeving niet kopen en je maakt je foute actie niet ongedaan, maar je kunt wel laten zien dat je spijtbetuigingen geen loze woorden zijn.
Toen belastingambtenaar Zacheüs door zijn ontmoeting met Jezus spijt kreeg van het financieel afpersen van landgenoten, verkocht hij de helft van zijn bezittingen en betaalde hij vier keer zoveel terug als wat hij gestolen had.
'Wil je me vergeven?'
Door te vragen of de ander je wil vergeven doe je één ding vooral. Je laat merken dat je afhankelijk bent van de ander. Dat jij dit zelf niet kunt oplossen, goedmaken of goedpraten. Belangrijk hierbij is dat je geen vergeving verwácht. Als die ander boos wil blijven is dat zijn goed recht, en het moet duidelijk zijn dat jij dat begrijpt. Hoe oprecht je spijtbetuiging ook, genade kun je niet afdwingen, het wordt vrijwillig gegeven.
Hulp bij vergeving vragen
In de katholieke kerk helpen priesters je als je iets fout hebt gedaan. Daarvoor is een ritueel dat de biecht heet. In vertrouwen vertel je aan de priester je verkeerde actie. Hij luistert, vergeeft je namens God, en geeft je meestal een opdracht mee om je fout weer goed te maken. Ook als je niet katholiek bent, kun je op internet zoeken naar een priester bij jou in de buurt om je hier mee te helpen.
Nog meer leren over vergeving? Bekijk deze speech die Rachael Denhollander uitsprak in de rechtbank voor de man die haar misbruikte. ‘Vergeving volgt niet op ‘goeie dingen doen’. Alsof goede daden kunnen uitwissen wat jij hebt gedaan. Vergeving volgt op berouw. Het vraagt dat je de waarheid onder ogen komt, en erkent wat je gedaan hebt, in al z’n volslagen gruwelijkheid en verdorvenheid, zonder het kleiner te maken dan het is, zonder zelfrechtvaardiging.’