Pesach
In het voorjaar, bij het begin van de gerstoogst, vieren Joden na Pesach het Feest van het ongedesemde brood met het aanbieden van de Eerstelingen.
Bevrijdingsfeest
De Pesachmaaltijd waarmee de feestweek begint, is een herinnering aan een historische gebeurtenis: de uittocht uit Egypte. Dit moment luidde het begin van het bestaan als volk van Israël in. Het Joodse volk leefde als slaven in Egypte, en de farao wilde hen niet vrijlaten. Daarom werd Egypte gestraft met tien ‘plagen’ (rampen). De 10e plaag trof elk gezin in Egypte: een engel doodde in elk huis de eerstgeborene. Alleen de huizen waar de bewoners het bloed van een lam aan de deurposten hadden gestreken werden overgeslagen. Waar de engel het bloed aan de deurposten zag, ging hij voorbij. Pesach betekent dan ook: ‘sloeg over’.
De Israëlieten slachtten het lam, streken het bloed langs de deurposten en werden gespaard. Ze aten die avond ongedesemd brood, omdat de tijd ontbrak om het deeg te laten rijzen. Ze stonden klaar om Egypte te verlaten en naar het beloofde land te gaan. Jaarlijks vieren de Joden deze maaltijd als herinnering aan die nacht in Egypte. Symbolen helpen hen herinneren aan de uittocht, zoals bittere kruiden voor de harde slavernij, het ongedesemde brood (matzes) voor hun overhaaste uittocht en een stukje bot herinnert aan het geslachte lam. (Lees hier meer uitleg over de Sedermaaltijd).
Ieder jaar in de maand Abib moet u voor de HEER, uw God, het pesachoffer bereiden. Hij heeft u immers op een nacht in die maand uit Egypte weggeleid. Voor het pesachoffer ter ere van de HEER moet u geiten, schapen of runderen slachten op de plaats die hij zal kiezen om er zijn naam te laten wonen. Bij dat vlees mag u geen gedesemd brood eten, maar alleen ongedesemd brood, gedurende zeven dagen. Het is het tranenbrood dat u, zolang u leeft, zal herinneren aan de dag waarop u wegtrok uit Egypte, aan dat overhaaste vertrek (Deuteronomium 16:1-3)
Avondmaal of eucharistie
Jezus vierde samen met zijn leerlingen de Pesachmaaltijd. Daarbij keek Jezus niet alleen terug naar de bevrijding uit Egypte. Hij gaf het feest de betekenis van een profetische aankondiging van een toekomstige bevrijding. Hij zei dat hij het lam was, dat werd geslacht voor bescherming van de dood van zijn volgelingen. Zijn bloed zou hen vrijmaken. Hij zou die dag erna zijn leven geven om mensen van zonde en onrecht te bevrijden. Jezus wordt dan ook in het Nieuwe Testament omschreven als ‘het paaslam’.
Christenen herdenken deze maaltijd regelmatig: in katholieke kerken elke week (dan wordt het eucharistie genoemd). In protestantse kerken wordt deze maaltijd meerdere keren per jaar herdacht (dan wordt het avondmaal genoemd).
Toen ze verder aten nam Jezus een brood, sprak het zegengebed uit, brak het brood en gaf de leerlingen ervan met de woorden: ‘Neem, eet, dit is mijn lichaam.’ En hij nam een beker, sprak het dankgebed uit en gaf hun de beker met de woorden: ‘Drink allen hieruit, dit is mijn bloed, het bloed van het verbond, dat voor velen wordt vergoten tot vergeving van zonden (Matteüs 26:26-28).
Pasen bestaat voor christenen uit vier herdenkingsdagen:
- Witte Donderdag: het herdenken van de Pesachmaaltijd die Jezus met de leerlingen hield
- Goede Vrijdag: de dag waarop Jezus werd gekruisigd en stierf als offerlam
- Stille Zaterdag: een dag van bezinning
- Pasen: de dag waarop Jezus opstond uit de dood
Na Pesach begon het feest van het ongedesemde brood.