Adam en Eva: de eerste mensen
Wie waren Adam en Eva volgens de Bijbel? Wie is de tweede Adam? Wat kunnen we leren over het scheppingsverhaal?
Adam en Eva waren volgens het scheppingsverhaal de eerste mensen op aarde.
Twee versies
In het eerste boek van de Bijbel, het boek Genesis, staan twee versies van het verhaal over hoe God de wereld maakte. In het eerste verhaal staat: ‘God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep hij de mensen.’ Genesis 1:27. In het tweede verhaal staat: ‘Toen maakte God, de HEER, de mens. Hij vormde hem uit stof, uit aarde, en blies hem levensadem in de neus. Zo werd de mens een levend wezen. (…) God, de HEER, dacht: Het is niet goed dat de mens alleen is, ik zal een helper voor hem maken die bij hem past. (…) Toen liet God, de HEER, de mens in een diepe slaap vallen, en terwijl de mens sliep nam hij een van zijn ribben weg; hij vulde die plaats weer met vlees. Uit de rib die hij had weggenomen, bouwde God, de HEER, een vrouw en bracht haar bij de mens.’ Genesis 2:7,18,21-22.
Het scheppingsverhaal laat zien dat God de gever is van het leven. Hij vormt het en hij blaast zijn levensadem in de eerste mens. De mens wordt als heer aangesteld over de schepping en krijgt de opdracht alles een naam te geven.
Adam: mens
Adam betekent mens, of mensheid. De naam komt van het woord ‘adama’, de Hebreeuwse naam voor akkergrond. Het verwijst naar de aarde waarmee God de mens boetseerde. Adam is in het scheppingsverhaal de naam van de eerste mens.
Eva: levende
Eva werd gemaakt omdat God zag dat het niet goed was als de mens alleen was. Haar naam betekent de levende. Volgens het scheppingsverhaal is zij de moeder van alle mensen.
Uit het paradijs
Volgens het verhaal verleidt de slang (een andere stem dan God) Eva tot het eten van de vrucht van de boom van kennis van goed en kwaad. God had tegen Adam gezegd dat ze daar niet van mochten eten. Toch overtreden zij dit verbod: Adam staat erbij, zegt niets, kijkt ernaar en eet ook van de vrucht. Daarom worden deze eerste mensen uit het paradijs verdreven. Zij kunnen door schuld en schaamte niet langer in de nabijheid van God verblijven. Daarom verhindert God hen om ook van de boom te eten van het leven, zodat zij niet voor eeuwig in deze toestand zullen blijven. Doordat zij het paradijs moeten verlaten, wordt de mens geconfronteerd met moeiten, lijden en de dood (Genesis 3:17).
De tweede Adam
Volgens Paulus werd de mensheid door de eerste mens gevangen door schuld en schaamte. Zij leven als slaven en zijn niet heilig genoeg om in de nabijheid van God te kunnen leven. Doordat de mensheid niet vrij kan leven, maken mensen fouten en sterven zij. De tweede mens, Jezus, bevrijdt de mensen hiervan. Dankzij Jezus is er redding van de schaamte, schuld en is er leven (Romeinen 5:12-19).
Meer weten?
Lees het EO-artikel van Reinier Sonneveld over Eva.