sluiten

delen op

Sefanja ©

111:1 2 Kon. 22:12 Kron. 34:1Dit zijn de woorden die de HEER richtte tot Sefanja, de zoon van Kusi, de zoon van Gedalja, de zoon van Amarja, de zoon van Hizkia, toen Josia, de zoon van Amon, in Juda regeerde.

De dag van de HEER

2Alles zal ik van de aardbodem wegvagen – spreekt de HEER.3Mens en dier zal ik wegvagen. Ik zal de vogels aan de hemel wegvagen en de vissen in de zee, alles wat de zondaars ten val heeft gebracht. En ik laat de mensen van de aardbodem verdwijnen – spreekt de HEER.41:4 2 Kon. 23:4,12Ik zal mijn hand naar Juda en de inwoners van Jeruzalem uitstrekken. Daar zal ik de Baäls, de afgodendienaars en de priesters vernietigen.51:5 1 Kon. 11:332 Kon. 23:13Ik zal wegvagen wie op het dak knielt voor het sterrenleger aan de hemel, wie knielt voor de HEER en trouw aan hem zweert, maar tegelijk ook aan Milkom. (1:5) Milkom – Voorgestelde lezing ondersteund door sommige handschriften van de Septuaginta, door de Pesjitta en de Vulgata. MT: ‘hun koning’.6Ik zal vernietigen wie de HEER de rug toekeert, hem niet zoekt en hem niet raadpleegt.

71:7 Zach. 2:17Wees stil voor God, de HEER, de dag van de HEER is nabij! De HEER zal een offermaaltijd houden en zijn genodigden heiligen. 8Op de dag van die maaltijd zal ik de leiders en de koningszonen straffen, en al wie zich hult in uitheemse kledij. 9Op die dag zal ik straffen wie over de drempel springt, wie het huis van zijn heer vult met geweld en bedrog. 10Op die dag – spreekt de HEER – klinkt er geschreeuw uit de Vispoort, gehuil uit de nieuwe stad, en heerst er verslagenheid in de heuvels. 11Huil, bewoners van de Vijzelbuurt: de handelaars zijn omgekomen, de geldwegers zijn uitgeroeid. 121:12 Ps. 14:164:7Spr. 20:27Dan doorzoek ik Jeruzalem met lampen, straf ik hen die zich aan wijn te buiten gaan en denken: De HEER doet geen goed en geen kwaad. 131:13 Micha 6:15Hun bezittingen worden buitgemaakt, hun huizen verwoest. Ze zullen huizen bouwen maar er niet in wonen, wijngaarden planten maar de wijn niet drinken.

14De grote dag van de HEER is nabij, hij is nabij en komt zeer snel. Hoor! De dag van de HEER! Zelfs de dappersten schreeuwen het uit! 15Die dag zal een dag zijn van razernij, een dag van angst en benauwdheid, een dag van rampspoed en onheil, een dag van duisternis en donkerheid, een dag van dreigende, donkere wolken, 16een dag van hoorngeschal en krijgsgeschreeuw tegen de vestingsteden en hun hoge torens.

171:17 Jer. 9:21Ik zal de mensen angst aanjagen, ze zullen rondlopen als blinden, want ze hebben tegen de HEER gezondigd. Hun bloed wordt vergoten als was het maar stof, hun vlees zal tot straatvuil vergaan. 181:18 Ezech. 7:19Goud noch zilver kan hen redden als de toorn van de HEER hen treft, als het vuur van zijn woede de aarde verteert en hij al haar bewoners een gruwelijk einde bereidt.