Damascus in Syrië

Damascus is de hoofdstad van Syrië en heeft ongeveer 1,7 miljoen inwoners. Het ligt op zo’n 80 kilometer vanaf de Middellandse Zee en is één van de oudste steden van het Midden-Oosten en de wereld. De oudste overblijfselen van Damascus dateren van ongeveer 2500 v.Chr.

Damascus in de Bijbel

In de tijd van de Bijbel werd Damascus geregeerd door verschillende rijken, waaronder de Arameeërs, het Nieuw-Babylonische Rijk en het Perzische Rijk. Sinds de verovering door Alexander de Grote in 332 voor Christus kwam het voor zo’n duizend jaar onder de Romeinen te vallen. 

Damascus komt voornamelijk voor in het Nieuwe Testament. Zo is de apostel Paulus op weg naar Damascus om daar christenen te arresteren, als hij in een visioen een ontmoeting met Jezus krijgt (Handelingen 9). In de zogenoemde Rechte Straat, die nu nog steeds bestaat, ontmoette de bekeerling Paulus (die toen nog Saulus heette) de christen Ananias, aan wie in diezelfde straat een kapel is gewijd: de Huiskapel van Ananias. Vanaf zijn bekering en doop in Damascus begon Paulus daar te prediken dat Jezus de beloofde Messias is. 

Damascus nu 

Damascus stond altijd bekend als een mooie stad met veel oude straatjes en fonteinen. Door de oorlog is er helaas veel verwoest. Een bekende bezienswaardigheid is de kapel die naar Ananias is vernoemd. Ook de Omajjadenmoskee (de Grote Moskee van Damascus) is bijzonder: deze moskee is gebouwd tussen 706 en 715 na de Arabische verovering, op de plek waar eerst de Basiliek van Johannes de Doper stond. In deze moskee zou het hoofd van Johannes de Doper bewaard zijn – ook de moslims beschouwen hem namelijk als profeet.