1391139:1 Jer. 12:3Voor de koorleider. Van David, een psalm.HEER, u kent mij, u doorgrondt mij, 2139:2 2 Kon. 19:27Job 31:4Ps. 44:22u weet het als ik zit of sta, u doorziet van verre mijn gedachten. 3Ga ik op weg of rust ik uit, u merkt het op, met al mijn wegen bent u vertrouwd.
4Geen woord ligt op mijn tong, of u, HEER, kent het ten volle. 5U omsluit mij, van achter en van voren, u legt uw hand op mij. 6Wonderlijk zoals u mij kent, het gaat mijn begrip te boven.
7139:7-12 Job 23:8-10Spr. 15:11Jer. 23:23-24Amos 9:2-3Hoe zou ik aan uw aandacht ontsnappen, hoe aan uw blikken ontkomen? 8Klom ik op naar de hemel – u tref ik daar aan, lag ik neer in het dodenrijk – u bent daar.
9Al verhief ik mij op de vleugels van de dageraad, al ging ik wonen voorbij de verste zee, 10ook daar zou uw hand mij leiden, zou uw rechterhand mij vasthouden.
11Al zei ik: ‘Laat het duister mij opslokken, het licht om mij heen veranderen in nacht,’ 12139:12 Job 12:2234:22Dan. 2:22ook dan zou het duister voor u niet donker zijn – de nacht zou oplichten als de dag, het duister helder zijn als het licht.
13139:13 Job 10:8U was het die mijn nieren vormde, die mij weefde in de buik van mijn moeder. 14Ik loof u voor het ontzaglijke wonder van mijn bestaan, wonderbaarlijk is wat u gemaakt hebt. Ik weet het, tot in het diepst van mijn ziel.
15Toen ik in het verborgene gemaakt werd, kunstig geweven in de schoot van de aarde, was mijn wezen voor u geen geheim. 16139:16 Mal. 3:16Uw ogen zagen mijn vormeloos begin, alles werd in uw boekrol opgetekend, aan de dagen van mijn bestaan ontbrak er niet één.
17139:17 Job 11:7Rom. 11:33Hoe rijk zijn uw gedachten, God, hoe eindeloos in aantal, 18139:18 Ps. 40:6ontelbaar veel, meer dan er zandkorrels zijn. Ontwaak ik, dan nog ben ik bij u.
19139:19 Ps. 119:115God, breng de zondaars om, – weg uit mijn ogen, jullie die bloed vergieten – 20ze spreken kwaadaardig over u, uw vijanden misbruiken uw naam.
21139:21 Ps. 119:158Zou ik niet haten wie u haten, HEER, niet verachten wie tegen u opstaan? 22Ik haat hen, zo fel als ik haten kan, ze zijn mijn vijand geworden.