sluiten

delen op

Psalmen 40 ©

401Voor de koorleider. Van David, een psalm.2Vol verlangen heb ik op de HEER gewacht en hij boog zich naar mij toe, hij heeft mijn roep om hulp gehoord. 340:3 Ps. 69:2-3Hij trok mij uit de kuil van het graf, uit de modder, uit het slijk. Hij zette mij neer op een rots, een vaste grond voor mijn voeten.

4Hij gaf mij een nieuw lied in de mond, een lofzang voor onze God. Mogen velen het zien vol ontzag en vertrouwen op de HEER.

540:5 Ps. 1:1Jer. 17:7Gelukkig de mens die vertrouwt op de HEER en zich niet keert tot hoogmoedigen, tot hen die verstrikt zijn in leugens.

640:6 Deut. 4:34Ps. 35:10Veel wonderen hebt u verricht, veel goeds voor ons besloten, HEER, mijn God. Niemand is te vergelijken met u! Wil ik erover spreken, ervan verhalen, het is te veel om op te sommen.

740:7-9 Hebr. 10:5-740:7 Ps. 51:1869:31-32Jes. 50:5Amos 5:21-22Offers en gaven verlangt u niet, brand- en reinigingsoffers vraagt u niet. Nee, u hebt mijn oren voor u geopend 8en nu kan ik zeggen: ‘Hier ben ik, over mij is in de boekrol geschreven.’ 9Uw wil te doen, mijn God, verlang ik, diep in mij koester ik uw wet.

1040:10 Ps. 22:2335:18149:1Wanneer het volk bijeen is, spreek ik over uw rechtvaardigheid, ik houd mijn lippen niet gesloten, u weet het, HEER. 11Ik zwijg niet over uw goedheid, maar getuig van uw trouw en uw hulp. In de kring van het volk verheel ik niet hoe liefdevol, hoe trouw u bent.

1240:12 Ps. 89:34U, HEER, u weigert mij uw ontferming niet, uw liefde en uw trouw zullen mij steeds bewaren,

1340:13 Ps. 38:569:5ook nu rampen mij omringen, talloos vele, nu mijn zonden mij achtervolgen en ik geen uitweg zie, nu ze talrijker zijn dan de haren op mijn hoofd en de moed mij is ontzonken.

1440:14-18 Ps. 70:2-6Wil uitkomst brengen, HEER, HEER, kom mij haastig te hulp.

1540:15 Ps. 71:13Laat beschaamd en vernederd worden wie mij naar het leven staan, met schande terugwijken wie mijn ongeluk zoeken, 16van schaamte verstommen wie de spot met mij drijven.

1740:17 Ps. 35:2769:33Wie bij u hun geluk zoeken zullen lachen en vrolijk zijn, wie van u hun redding verwachten zullen steeds weer zeggen: ‘Groot is de HEER.’

18Ik ben arm en zwak, Heer, denk aan mij. U bent mijn helper, mijn bevrijder, mijn God, wacht niet langer.