24124:1-2 Deut. 10:14Ps. 75:489:1224:1 1 Kor. 10:26Van David, een psalm.Van de HEER is de aarde en alles wat daar leeft, de wereld en wie haar bewonen, 2hij heeft haar op de zeeën gegrondvest, op de stromen heeft hij haar verankerd.
324:3 Ps. 15:1Wie mag de berg van de HEER bestijgen, wie mag staan op zijn heilige plaats? 424:4 Mat. 5:8Wie reine handen heeft en een zuiver hart, zich niet inlaat met leugens (24:4) zich niet inlaat met leugens – Volgens sommige Hebreeuwse handschriften en de oudste vertalingen. MT (betekenis van het Hebreeuws onzeker): ‘geen valse eed aflegt op mijn leven’. en niet bedrieglijk zweert.
5Zegen zal hij ontvangen van de HEER en recht verkrijgen van God, zijn redder. 6Dat valt hun ten deel die u zoeken, die zich tot u wenden – het volk van Jakob. sela
724:7-10 Ps. 118:1924:7 Ezech. 44:2Hef, o poorten, uw hoofden omhoog, verhef u, aloude ingangen: de koning vol majesteit wil binnengaan. 8Wie is die koning vol majesteit? De HEER, machtig en heldhaftig, de HEER, heldhaftig in de strijd.
9Hef, o poorten, uw hoofden omhoog, verhef ze, aloude ingangen: de koning vol majesteit wil binnengaan. 10Wie is hij, die koning vol majesteit? De HEER van de hemelse machten, hij is de koning vol majesteit. sela