sluiten

delen op

Psalmen 12 ©

121Voor de koorleider. Op de wijs van De achtste. Een psalm van David.212:2-3 Jes. 59:15Jer. 9:7Grijp in, HEER! Niemand is nog trouw, geen mens spreekt nog waarheid. 3Ze beliegen elkaar allemaal, vals en verraderlijk is hun woord.

4HEER, snijd hun valse tongen af, snoer de monden vol grootspraak 5die zeggen: ‘Met onze tong zijn we sterk, onze mond helpt ons, wie kan ons aan?’

612:6 Jes. 33:10Zwakken en armen zuchten onder het geweld – ‘Om hen sta ik op,’ zegt de HEER, ‘ik breng de redding die zij verlangen.’ 712:7 Ps. 18:31De woorden van de HEER zijn zuiver als zilver, gesmolten in de smeltkuil, gelouterd tot zevenmaal toe.

8Behoed hen, HEER, bescherm hen steeds tegen dat volk. 9Overal sluipen verraders rond en onder de mensen verbreidt zich het kwaad.