1011Van David, een psalm.Ik wil zingen over trouw en recht in een lied voor u, o HEER, 2nadenken over de volmaakte weg – wanneer zult u bij mij komen?
Ik handel met een zuiver hart, ook in mijn paleis, 3niets staat mij voor ogen wat boosaardig is.
Gedraai, ik haat het, ik laat mij er niet mee in, 4sluwheid houd ik ver van mij, het kwaad wil ik niet kennen.
5101:5 Spr. 21:4Wie heimelijk een vriend belastert, leg ik het zwijgen op, een trotse blik, een aanmatigend hart verdraag ik niet.
6101:6 Spr. 20:7Mijn oog zoekt de getrouwen in het land, met hen wil ik mijn woning delen. Wie de volmaakte weg bewandelt, mag mij dienen.
7In mijn paleis is geen plaats voor wie liegt en bedriegt, wie onwaarheid spreekt komt mij niet onder ogen.
8De schuldigen in het land breng ik elke morgen tot zwijgen, uit de stad van de HEER verdrijf ik allen die onrecht begaan.