sluiten

delen op

Psalmen 47 ©

471Voor de koorleider. Van de Korachieten, een psalm.247:2 Sef. 3:14Klap in de handen, o volken, juich God toe met jubelzang: 347:3 Ex. 15:18Jes. 52:7geducht is de HEER, de Allerhoogste, machtige koning van heel de aarde.

4Volken dwong hij voor ons op de knieën, naties legde hij aan onze voeten. 5Hij koos voor ons een eigen land, de trots van Jakob, het volk dat hij liefheeft. sela

647:6 Ps. 68:1998:6Onder gejuich steeg God omhoog, de HEER steeg op bij hoorngeschal. 7Zing voor God, zing een lied, zing voor onze koning, zing hem een lied: 8God is koning van heel de aarde. Zing een feestelijk lied.

947:9 Jer. 10:7God heerst als koning over de volken, God zetelt op zijn heilige troon. 10De vorsten van de volken zijn bijeen in het gevolg van Abrahams God. Zijn schildwachten zijn ze op aarde. Hoog is hij verheven.