sluiten

delen op

Psalmen 137 ©

1371137:1 Ezech. 3:15Aan de rivieren van Babel, daar zaten wij treurend en dachten aan Sion. 2137:2 Jes. 24:8Klaagl. 5:14In de wilgen op de oever hingen wij onze lieren.

3Daar durfden onze bewakers te vragen om een lied, daar vroegen onze beulen: ‘Zing voor ons een vrolijk lied uit Sion.’ 4Hoe kunnen wij zingen een lied van de HEER op vreemde grond?

5Als ik jou vergeet, Jeruzalem, laat dan mijn hand de snaren vergeten. 6137:6 Ps. 122:1Laat mijn tong aan mijn gehemelte kleven als ik niet meer denk aan jou, als ik Jeruzalem niet stel boven alles wat mij verheugt.

7137:7 Klaagl. 4:21-22Ezech. 25:12-14Ob. 10Gedenk, HEER, de dag van Jeruzalems val, toen het volk van Edom zei: ‘Neer met die stad, neer, maak haar met de grond gelijk.’

8137:8 Jer. 50:2Op. 18:6Babel, weldra word je verwoest. Gelukkig hij die wraak zal nemen en jou doet wat jij ons hebt gedaan. 9137:9 Hos. 14:1Gelukkig hij die jouw kinderen grijpt en op de rotsen verplettert.