Afgoden

Afgoden: een woord wat je in het dagelijks leven niet meer hoort. Het woord zelf mag dan wat ouderwets zijn, maar de betekenis in de praktijk is dat niet.

Rechters

In het boek Rechters wordt regelmatig gesproken over afgoden. In die tijd wordt met afgoden bedoeld: afbeeldingen of beelden(bijvoorbeeld van goud of hout) van een goden. Denk bijvoorbeeld aan Baäl, Artemis of Asjera. Iedere godheid die niet de God van Israël is, wordt gezien als een afgod. Als het volk Israël afgoden aanbad, werden ze vaak al snel daarna aangevallen en onderdrukt door vijandige buren. Maar wanneer ze spijt kregen en terugkeerden naar de HEER, ging het weer voorspoedig met het volk. In deze verhalen zie je dat het bij afgoden vooral gaat om een manier van leven. Mensen vertrouwen vaak te veel alleen op zichzelf. Ze doen wat ze zelf goed vinden. Natuurlijk moet je zelf wel nadenken over wat je goed vindt om te doen, maar hier wordt bedoeld: mensen doen vaak maar wat. Ze volgen doelloos hun instinct en proberen niet te leven volgens de weg die God met mensen wil gaan.

Wijze leiders

De verleiding om alleen maar te doen wat je zelf goed vind, is groot. Je denkt niet na over wat redelijk en rechtvaardig is, of wat goed zou zijn in de ogen van God. En dat is een vorm van afgoderij. In het boek Rechters moeten de rechters (leiders) van het volk de mensen wijzen op wat de HEER voor Israël heeft gedaan. Ze wijzen op het bevrijdende werk van God in de geschiedenis. Want na de dood van Jozua is er een generatie die daar niets meer van weet. Er zijn wijze leiders nodig. Mensen die kunnen vertellen over de bevrijding uit Egypte, zijn bescherming en zijn hulp. Zo kunnen zij het volk aansporen om hem alleen te dienen en zijn wil dankbaar te doen.Als je nu om je heen kijkt, zie je dan zulke leiders? Ken je mensen, ver weg of dichtbij, die je zo een weg willen wijzen? Want deze verhalen gaan niet alleen over vroeger. Ze zijn ook nu van grote betekenis. Ook nu kun je afdwalen van je geloof. Er zijn zaken of mensen die je helemaal in beslag kunnen nemen. Dat kan zo erg zijn, dat je zelfs geen ruimte meer hebt om zelf rustig na te denken of tot jezelf te komen. Laat staan dat het je nog lukt om in gebed voor te leggen wat goed zou zijn in de ogen van God. Soms denk je dan niet meer redelijk na en handel je niet altijd eerlijk. Dat is een vorm van wat in de bijbel afgoderij wordt genoemd. Mensen of dingen komen dan tussen jou en God in te staan. Je wordt dan af-geleid van God. Dat kan komen door hele gewone dingen, zoals heel druk zijn met je school. Of met werk, of een vriend of vriendin. Maar het kan ook zijn dat je beheerst wordt door een bepaalde angst, of door een verlangen, een kick waar je steeds naar op zoek bent. Eigenlijk raak je dan jezelf een beetje kwijt. Je komt steeds verder af te staan van wie je diep van binnen bent en hoe God jou bedoeld heeft. Maar zo'n af-god die je leven in de greep heeft, kan nooit sterker of groter zijn dan God zelf. De HEER is een God van bevrijding, die ook jou uit die knellende banden wil bevrijden. Hij is veel groter dan welke afgod ook!