sluiten

delen op

Jozua 12 ©

Lijst van verslagen koningen

121De Israëlieten veroverden eerst het gebied ten oosten van de Jordaan, van het Arnondal tot aan het Hermongebergte met de oostkant van de Jordaanvallei. Ze versloegen de twee volgende koningen:

212:2-4 Num. 21:21-35Deut. 2:26-3:11Koning Sichon van de Amorieten, die in Chesbon zetelde. Hij heerste vanaf Aroër aan de rand van het Arnondal, beter gezegd, vanaf de middenloop van de Arnon, tot aan het dal van de Jabbok, dat de grens met het land van de Ammonieten vormde. Zijn gebied omvatte de ene helft van Gilead3en dat deel van de Jordaanvallei dat zich vanaf de oostkant van het Meer van Kinneret uitstrekte tot aan de oostkant van de Zoutzee, ofwel de Dode Zee, tot aan Bet-Hajjesimot. Verder liep het in zuidelijke richting tot aan de rotskloven van de Pisga,4die een natuurlijke grens vormden.

En koning Og van Basan, die nog van de Refaïeten afstamde en in Astarot en Edreï zetelde.5Hij heerste over het Hermongebergte, Salka en heel Basan tot aan de gebieden Gesur en Maächa, en verder over de andere helft van Gilead tot aan het gebied van koning Sichon uit Chesbon.

612:6 Num. 32:33Deut. 3:12-13De Israëlieten hebben deze twee koningen verslagen onder aanvoering van Mozes, de dienaar van de HEER. Mozes gaf hun gebieden in bezit aan de stammen Ruben en Gad en de eerste helft van de stam Manasse.

7Daarna veroverde Israël onder aanvoering van Jozua het gebied ten westen van de Jordaan, van Baäl-Gad in de Libanonvallei tot aan de Kale Bergen, die oplopen naar Seïr. Jozua gaf Israël dit gebied in bezit volgens de indeling in stammen.8Het omvatte het bergland, het heuvelland, de westkant van de Jordaanvallei, de streek van de rotskloven, de woestijn en de Negev. Dit waren de gebieden van de Hethieten, de Amorieten, de Kanaänieten, de Perizzieten, de Chiwwieten en de Jebusieten. Israël versloeg de volgende koningen:9die van Jericho, Ai (dat vlak bij Betel ligt),10Jeruzalem, Hebron,11Jarmut, Lachis,1212:12 Recht. 1:29Eglon, Gezer,13Debir, Geder,14Chorma, Arad,15Libna, Adullam,1612:16 Recht. 1:22-26Makkeda, Betel,17Tappuach, Chefer,18Afek en de koning van de Saronvlakte,19die van Madon, Hasor,20Simron-Meron, Achsaf,2112:21 Recht. 1:27Taänach, Megiddo,22Kedes, Jokneam (bij de Karmel),23Dor (in het kustgebied van die stad), Goïm (in Galilea) (12:23) Goïm (in Galilea) – Volgens de Septuaginta. MT: ‘Goïm (bij Gilgal)’.24en Tirsa. In totaal eenendertig koningen.