Inleiding op Job

Job: de vraag naar de zin van het lijden

Het boek Job is genoemd naar de hoofdpersoon van het verhaal. Het belangrijkste thema in het boek is de vraag naar de zin van het lijden en naar de rol van God daarbij. Via de ervaringen van Job komt deze vraag aan de orde. Hoewel hij een rechtvaardige man is, overkomt hem veel ellende. In zijn nood vervloekt hij de dag waarop hij geboren is. Maar dan nemen Jobs vrienden het woord. Zij zien het zo: God beloont mensen als ze goed leven, en straft ze als ze dat niet doen. Job moet dus wel zwaar gezondigd hebben. De meeste mensen in die tijd dachten trouwens zo. Maar Job is het hier absoluut niet mee eens. Hij is een vroom en rechtvaardig man, zoveel ellende verdient hij niet. Je hoort in het boek hoe hij van God zelf duidelijkheid wil hebben. God moet zeggen dat hij onschuldig is.

Indeling van het boek

  • Het boek bestaat uit gedichten die uitgesproken worden door verschillende personen. Deze gedichten zijn geplaatst binnen een verhaal (1-242:7-17). In dat verhaal krijgt Satan toestemming van God om Job op de proef te stellen. Satan zorgt ervoor dat hem allemaal ellende overkomt, maar hij blijft trouw aan God. Aan het slot van het boek blijkt dat hij hiervoor wordt beloond.
  • De gedichten vormen het grote middengedeelte van het boek (3:1-42:6). Je komt Job hier op een andere manier tegen dan in het verhaal. In hoofdstuk 3 klaagt hij over zijn lot. Dan volgen drie gesprekken tussen hem en zijn vrienden Elifaz, Bildad en Sofar. Hij laat steeds meer van zijn opstandigheid zien. De vrienden nemen het op voor God (hoofdstuk 4-14; 15-21; 22-27).
  • Na een lofzang op de wijsheid (28) en Jobs slotbetoog (29-31) volgt er nog een betoog van een vierde vriend, Elihu (32-37), en een reactie van God zelf (38-41).
  • Aan het slot toont Job berouw. Hij komt op zijn woorden terug (42:1-6).

Ontstaan en schrijver

Het is moeilijk vast te stellen wanneer en door wie het boek Job is geschreven. Veel bijbelwetenschappers houden het erop dat het ergens tussen de vijfde en de tweede eeuw voor Christus is ontstaan.

Job wordt ook op andere plekken in de Bijbel genoemd, bijvoorbeeld Ez. 14:14 en 20. Daaraan kun je zien dat er waarschijnlijk allerlei verhalen bestonden over de rechtvaardige man Job. In Israël en de landen eromheen werkten er schrijvers bij paleizen en tempels. Zij maakten dit soort boeken, die waren bedoeld om lezers kennis bij te brengen en ze te laten nadenken over wat goed en slecht is.