sluiten

delen op

De eerste brief aan de Tessalonicenzen ©

111:1 Hand. 16:117:12 Kor. 1:192 Tes. 1:1Van Paulus, Silvanus en Timoteüs. Aan de gemeente in Tessalonica, die toebehoort aan God, de Vader, en de Heer Jezus Christus. Genade zij u en vrede. (1:1) Genade zij u en vrede – Andere handschriften lezen: ‘Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en de Heer Jezus Christus’.

21:2 1 Tes. 2:13Wij danken God altijd voor u allen: wij noemen u onophoudelijk in onze gebeden3en gedenken dan voor onze God en Vader hoeveel uw geloof tot stand brengt, hoe krachtig uw liefde is en hoe standvastig u blijft hopen op de komst van Jezus Christus, onze Heer.4God heeft u lief, broeders en zusters. Wij weten dat hij u heeft uitgekozen:51:5 1 Kor. 2:4onze verkondiging aan u overtuigde immers niet alleen door onze woorden, maar ook door de overweldigende kracht van de heilige Geest. U weet hoeveel we voor u hebben betekend toen we in uw midden waren.61:6 Hand. 17:5-9U hebt ons nagevolgd, en daarmee de Heer: onder zware beproevingen hebt u het woord ontvangen met de vreugde van de heilige Geest.71:7 Filip. 3:17Zo bent u een voorbeeld voor alle gelovigen in Macedonië en Achaje geworden.81:8 Rom. 1:8Want het woord van de Heer heeft zich vanuit uw gemeente niet alleen in Macedonië en Achaje verspreid, uw geloof in God vindt ook weerklank buiten die gebieden. Wij hoeven daarover niets te vertellen;91:9 Gal. 4:8iedereen praat erover hoe wij door u zijn ontvangen en hoe u zich van de afgoden hebt afgewend om u tot God te keren – om hem, de levende en ware God, te dienen101:10 Rom. 5:91 Tes. 5:9en om zijn Zoon te verwachten uit de hemel: Jezus, die hij uit de dood heeft doen opstaan en die ons zal redden van het komende oordeel.